Zo optimaal mogelijk werken, dat is het streven van organisatiepsycholoog Lennard Toma. Altijd is hij op zoek naar manieren om zelforganisatie en werkgeluk te verbeteren. Wekelijks deelt hij hier zijn beste tips. Vandaag: ben jij beter dan je collega’s?
Ik werk bij verschillende bedrijven als organisatiecoach. Een van de dingen die ik vaak doe aan het begin van een traject in een organisatie is deelnemers een onderzoek laten invullen met wat wetenschappelijke vragenlijsten. Als pesterijtje plaats ik altijd een paar gemene stellingen in de enquête. Ze zijn gemeen, omdat ik van tevoren al weet wat de antwoorden zullen zijn.
Eerst moeten ze aangeven in hoeverre ze het eens of oneens zijn met deze stellingen: - Ik sta open voor veranderingen. - Ik sta open voor kritiek. - Ik sta open voor ideeën van anderen.
Maar dan komen de gemene vervolgstellingen: - Mijn collega’s staan open voor veranderingen. - Mijn collega’s staan open voor kritiek. - Mijn collega’s staan open voor ideeën van anderen.
Vrijwel iedereen vindt van zichzelf dat hij zeer open staat voor veranderingen, kritiek en ideeën van anderen. Iedereen zegt hier ‘eens’. Maar de collega’s? Nee, die staan daar allemaal niet voor open, vinden we. Bijna iedereen neigt hier naar ‘oneens’.
Vervolgens presenteer ik de resultaten en confronteer ik de groep met de conclusie: jullie overschatten jezelf. Of jullie onderschatten je collega’s. Welke optie is het? Meestal volgt er dan wat ongemakkelijk gelach en stoelengeschuif.
Slordige collega
Hoe komt het dat we onszelf overschatten en blijkbaar een minder hoge pet op hebben van onze collega’s? Op het werk hebben we meer dan genoeg materiaal om onszelf te vergelijken met anderen. Van wie het vaakst de vaatwasser in- of uitruimt tot wie het snelst bepaalde targets haalt of wie steevast als eerste het pand verlaat. En daarin maken we (ik ook) vaak een grove denkfout: de actor-observer-bias.
Op het werk hebben we meer dan genoeg materiaal om onszelf te vergelijken met anderen
Door deze denkfout leggen we onszelf langs een andere meetlat dan de rest. Als iemand zijn bureau niet opruimt, dan schrijven we dat toe aan zijn persoonlijkheid: ‘Hij is slordig.’ Maar als wij ons bureau een keer niet opruimen, dan vinden wij onszelf uiteraard niet slordig. Dan schrijven we het toe aan de moeilijke situatie waarin we ons bevonden, waardoor we niet anders konden: ‘Ik moest snel naar huis om de kids op te halen.’
We vergeten dat er voor onze ‘slordige’ collega net zo goed verzachtende omstandigheden kunnen gelden. Of dat het eigenlijk ook in onze persoonlijkheid kan zitten dat wíj slordig zijn. Deze balk in ons oog is vrij moeilijk te verwijderen, maar een beetje bewustzijn helpt. Zelfvertrouwen is goed, maar met wat bescheidenheid op z’n tijd als balans maak je jezelf een meer begripvolle collega.
Comments